15 oktober 2024
Wist je dat ongeveer 15 tot 30% van de paarden en pony’s, ouder dan 15 jaar, de ziekte PPID heeft? Hoog tijd om eens dieper in deze aandoening te duiken! In de blog leer je alles over de symptomen, diagnose en behandeling.
PPID stond voorheen ook wel bekend als de Ziekte van Cushing, een ziekte die ook bij mensen en honden voorkomt. De ziekte zit bij het paard echter anders in elkaar, waardoor PPID een betere benaming is. PPID heet voluit Pituitary Pars Intermedia Dysfunction. Als je dat simpel vertaalt betekent het: een verstoorde functie van de middenkwab van de hypofyse.
En dat is ook precies wat er bij deze aandoening gebeurt. Een gedeelte van de hypofyse (een kleine klier onderaan de hersenen) werkt niet naar behoren en geeft te veel hormonen af. Daardoor raakt de hormoonhuishouding van het paard verstoord. De ziekte komt voornamelijk voor bij oudere paarden en pony’s (15 -20 jaar). Toch is de aandoening ook al vastgesteld bij jongere dieren vanaf 7 jaar.
In het beginstadium van PPID zijn er verschillende symptomen. Het paard presteert minder en lijkt lusteloos. Ook kan het karakter iets veranderen. Het paard wordt rustiger, slaperiger of minder alert.
De meeste mensen denken bij PPID direct aan de overmatige haargroei. Dat is ook een van de belangrijkste uiterlijke kenmerken. Paarden met PPID krijgen een lange, krullerige vacht. Een ander bekende verschijnsel van de ziekte is hoefbevangenheid. Bijna 25% van de paarden met PPID wordt hoefbevangen. Daarnaast zijn er nog andere symptomen die op PPID kunnen wijzen. Zoals:
Vermoed je dat jouw paard PPID heeft? Schakel dan de dierenarts in. Die kan door middel van een bloedonderzoek vaststellen of het paard daadwerkelijk de ziekte heeft. De uitslag is meestal binnen enkele dagen al bekend. Zo’n onderzoek kan het hele jaar door worden gedaan, maar de herfst blijkt de beste periode om te testen. Een van de belangrijkste waarde in het bloedonderzoek is namelijk het ACTH-gehalte. Die productie verschilt per seizoen en bereikt zijn piek in de herfst. Bij paarden met PPID zijn de waarden in die periode veel hoger dan bij gezonde paarden.
Bij paarden met hoefbevangenheid, waarbij geen duidelijke oorzaak te vinden is, bestaat de kans dat ze ook PPID hebben. Daarom is het belangrijk om zulke paarden en pony’s (ouder dan 15 jaar) ook te laten testen op PPID.
Met medicatie is PPID in de meeste gevallen goed te behandelen. Helaas is de ziekte niet te genezen. Dit betekent dat een paard met PPID levenslang medicatie moet krijgen. Die middelen remmen de afgifte van de hormonen uit het middendeel van de hypofyse.
Qua management kun je ook het nodige voor je paard doen. Zo zorgt voldoende beweging dat je paard lichamelijk en geestelijk actief blijft. Scheer de dikke vacht in de zomer weg en zorg voor de juist voeding. Voer weinig suikers en zetmeel en laat je hooi analyseren. Let ook op met de hoeveelheid gras die je paard binnenkrijgt. Door een teveel aan suikers kan een paard met PPID hoefbevangen worden. Het is aan te raden om paarden met PPID te beperken in hun weidegang, vooral in het voorjaar en de vroege zomer, wanneer het gras veel fructaan bevat. Gebruik bij voorkeur een graasmasker en beperk de weidetijd. Daarnaast is het belangrijk om het paard regelmatig te laten controleren door de dierenarts. Die kan je ook adviseren over een passend rantsoen.
Met een goede behandeling en verzorging kan een paard met PPID nog prima leven. Het behandelen van deze ziekte is dus zeker de moeite waard!
EFO Paardenverzekering vindt de gezondheid van jouw paard net zo belangrijk als jij. We bieden verschillende mogelijkheden aan om je paard te verzekeren: betrouwbaar, betaalbaar en op maat. Klik hieronder om de verzekeringswijzer in te vullen of bereken direct jouw premie.