Sinds 2009 moet ieder paard in Nederland vanaf de leeftijd van zes maanden gechipt zijn en een paspoort hebben. In het paspoort is ruimte voor het noteren van de entingen en voor het registreren van bepaalde medicijnen.
Omdat paarden in Nederland voor de wet worden gezien als een slachtdier moet dit allemaal nauwkeurig bijgehouden worden. Een eigenaar kan er voor kiezen om het paard uit te sluiten voor menselijke consumptie, dit moet dan in het paspoort afgetekend worden door de dierenarts en de eigenaar. Alleen in dat geval is het niet verplicht om medicijngebruik bij te houden.
Sommige medicijnen maken een paard voor altijd ongeschikt voor consumptie, het gebruik van deze middelen moet altijd duidelijk in het paspoort genoteerd worden. In de praktijk gebeurt het nog veel te weinig dat de medicijnen die de paarden voorgeschreven krijgen, ook daadwerkelijk goed genoteerd worden in het paspoort. Vaak gebeurt niet dit omdat het paspoort niet bij het paard aanwezig is als de dierenarts voor behandeling langskomt.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gaat daarom strenger controleren op correcte administratie van het medicijngebruik. Ook bij de dierenartsen groeit de bewustwording over de plicht die zij hebben om bij het paard een goede administratie, volgens de wettelijke regels, bij te houden bij het gebruik van medicijnen. Voor de dierenartsen is het een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te kunnen garanderen dat vlees dat in de winkels ligt, daadwerkelijk vrij is van medicijnen. Daarbij hebben ze ook de medewerking van de eigenaren nodig.