Koliek is een uiting van (buik)pijn. Koliekverschijnselen ontstaan meestal door darmproblemen (vaak in het voor- en najaar), maar kunnen ook het gevolg zijn van andere problemen zoals zandopname en liggingsveranderingen van de darm. De symptomen wisselen en de oorzaak en de ernst zijn niet altijd meteen duidelijk. Raadpleeg daarom altijd je dierenarts.
Bovenlip optrekken, overdreven of veel gapen en sloom of apathisch zijn
Kijken, slaan of bijten naar de buik
Afwijkende houding, zich laten vallen, rollen of steeds liggen en opstaan
Schrapen met de voorbenen en achteruit lopen
Toename van de buikomvang en zweten
Weinig of geen eetlust
Regelmatig kleine beetjes urineren
Gaskoliek. Dit ontstaat door overmatige gasophoping in de darmen. Krachtvoer bevat veel suikers, evenals gras (met name in het voorjaar en najaar). Bij overmatige opname vindt gasvorming plaats in de dikke darm. Het is ook mogelijk dat gaskoliek ontstaat door een verstopping of een draaiing van de darmen.
Krampkoliek. is een gevolg van verkramping van de darmen. Veranderingen in het voer, stalling en/of training, chronische stress of worminfecties spelen hierbij vaak een rol.
Zandkoliek. In het najaar is het gras vaak kort en wordt door paarden met wortel en al uit de aarde getrokken, waarbij ook zand wordt opgenomen. Paarden die in een paddock ruwvoer van de grond gevoerd krijgen kunnen zand binnenkrijgen en er zijn ook paarden die bewust zand eten. Het zand stapelt zich geleidelijk op in het darmstelsel en kan uiteindelijk voor koliek, vermagering, verminderde eetlust of diarree zorgen. Paarden die veel zand opnemen hebben ook een grotere kans op worminfecties.
Koliek door verstoppingen. Het darmkanaal van het paard is op sommige plaatsen vernauwd en op die plaatsen kunnen verstoppingen ontstaan, bijvoorbeeld door opname van overmatige hoeveelheden grofstengelig hooi, kuil of bodembedekking of door uitdroging. Gebitsproblemen kunnen hierbij ook meespelen (als een paard het ruwvoer niet meer goed fijn kan malen).
Koliek door liggingsverandering van de darm. Omdat het grootste deel van de meterslange darmen los in de buik van het paard ligt, kan dit draaien of verstrengeld raken. Zo’n verstrengeling of verdraaiing heeft vrijwel altijd behandeling nodig (bijvoorbeeld d.m.v. medicatie of een koliekoperatie).
Koliek is soms moeilijk vast te stellen. De verschijnselen wisselen en zijn niet altijd even duidelijk aanwezig. Raadpleeg bij twijfel een dierenarts. Die zal het paard eerst uitwendig onderzoeken. Aanvullend onderzoek kan bestaan uit een endoscopie, maagonderzoek met een sonde en eventueel bloedonderzoek en een buikpunctie.
Je kunt de kans op koliek zelf verkleinen. Zorg voor goed voer, afgestemd op het werk dat je paard verricht, beperk veranderingen in het eetpatroon, zorg voor kleine porties verdeeld over de dag en wees voorzichtig met krachtvoer en gras. Regelmatige gebitscontrole en ontwormen kunnen helpen. Vermoed je dat je paard zand opneemt? Controleer dit dan door enkele mestballen op te lossen in water in bijv. een plastic handschoen of maatbeker: het zand zinkt naar de bodem en is dan goed te zien. Probeer verder grote veranderingen en stress voor je paard te vermijden.
Vermoed je koliek? Wacht dan niet af en raadpleeg altijd je dierenarts.
Dit is een samenvatting. Lees het volledige artikel ‘Koliek’ op Paardenarts.nl van Mark van Manen, paardenarts.