Hoe voorbereiden op de toekomst?

De wereld om ons heen verandert razendsnel en dat doet de paardensector ook in rap tempo bewegen. Wij spraken met twee gerenommeerde ondernemers over hoe ze toekomst voor zich zien en hoe ze hier als hippische onderneming in meegaan.

Een van de ondernemers die zijn visie met ons deelt is Rob van der Voort, eigenaar van Manege Middenhof. Een manege en pensionstal in de Randstad. Hij geeft aan met de tijd mee te gaan en vooruitstrevend te zijn op verschillende vlakken. Zo gebruikt het bedrijf voor de manegelessen een lesprogramma. Hierin kunnen vele gegevens van de lesklanten worden bijgehouden. Een handig bijkomstigheid van dit programma is dat de klanten beschikken over een app waarin het overzicht van alle lessen te zien is en eenieder zijn of haar les via deze app kan afzeggen. “Daar hebben we tijdens de afgelopen coronaperiode, waarin er regelmatig iets veranderde met de tijden en dagen van de lessen, veel profijt van gehad. 

Joris van Helmond heeft met zijn trainings- en handelsstal VHL Stables wat inkomsten betreft gelukkig weinig last van de maatregelen gehad. “Over nieuwe digitale programma’s gesproken, maken wij inmiddels veelvuldig gebruik van de nieuwe functionaliteiten van het managementprogramma om paarden bij de RVO aan- en af te melden. Het kost wel iets extra’s, maar vanwege tijdsbesparing en nauwkeurigheid zou ik het andere ondernemers zeker aanraden.”

De stallen van VHL Stables zijn redelijk nieuw en dus voorzien van goede isolatie en elektrische boilers, maar ook Joris anticipeert op de stijgende energieprijzen. “We gebruiken veel water, dus die elektrische boilers zijn fijn en we zijn wat water betreft zelfvoorzienend. Verder is het plan om zonne-energie te gaan gebruiken. Dit jaar wordt al een groot gedeelte van deze panelen op het dak van het bijgebouw gelegd.” Ook bij Manege Middenhof liggen er inmiddels zonnepanelen op het dak. “Toen we in 2017 de laatste asbestdaken hebben verwijderd, hebben we gelijk voor een dak gekozen dat geschikt was voor zonnepanelen en die zijn vorig jaar gelegd. Ruim een jaar voor de plaatsing van de zonnepanelen hebben we de gehele verlichting van ons bedrijf vervangen voor led. Na een jaar met de ledverlichting gedraaid te hebben konden we het aantal panelen bepalen. Nu is het gehele bedrijf zelfvoorzienend.”

Afgelopen jaren lijkt de prijsstijging van paarden steeds gekker te worden, maar zeven jaar geleden zag Rob de tendens al komen en besloot hij hierop in te springen door jaarlijks één pony en twee paarden te fokken. “Omdat wij over voldoende weilanden beschikken is het voor ons gemakkelijker om de jonge dieren op te fokken, waardoor we elk jaar nieuwe aanwas hebben uit eigen fokkerij. Natuurlijk is niet elk fokproduct geschikt en loop je ook het risico dat er eentje uitvalt vanwege gezondheidsredenen, maar voor ons werkt dit goed. Er lopen er inmiddels al een aantal mee in de lessen.” Ook Joris ziet de prijzen stijgen: “Je moet het natuurlijk wel realistisch houden. De stijging van de prijzen komt voornamelijk voort uit de eisen van de klant die steeds hoger worden. Ze willen een compleet paard inclusief africhting en kijken steeds kritischer naar wat acceptabel is in een veterinaire keuring. Daardoor blijven er veel paarden staan terwijl aan de andere kant meer betaald wordt voor paarden die aan de hogere eisenstandaard van tegenwoordig voldoen.”

Joris maakt zich vooral druk over hoe er in de toekomst naar onze sport wordt gekeken. “De sport wordt door veel buitenstaanders gezien en beoordeeld. Ons bedrijf is al redelijk goed ingespeeld als je het over welzijn hebt en daarnaast proberen we heel transparant te zijn.” Voor Rob ligt de focus wat welzijn betreft op dit moment op het vergroten van de stallen. “Het is voor een paard van 1.80m niet fijn om in een box van 9 m² te staan. We hebben alles uitgerekend en de stokmaten opgemeten om een gemiddelde boxmaat te bepalen”. 

Toch ziet Rob de toekomst positief, al moeten we volgens hem wel scherp blijven met onze branche. “Vooral kleinere bedrijven kunnen het in de toekomst lastig gaan hebben, helemaal als ze niet voldoende ruimte hebben om de paarden naar buiten te doen.” Joris ziet ook de vergunningen voor sommige bedrijven een heikel punt worden. “Bij ons is alles goed geregeld, maar voor nieuwe bedrijven of particulieren kan dat best lastig worden. Je moet in contact blijven met je gemeente en lokale bestuurders om die relatie te onderhouden. Zo hebben wij ons met een aantal bedrijven uit de buurt verenigd en bespreken we bepaalde zaken en plannen zoals de ruiterpaden hier in de omgeving. Wij voorzien de borden, maar de gemeente zorgt dat we dit mogen doen en het op de kaart komt. Zo werken we met elkaar samen en krijgen gemeenten ook een positief beeld van de sector. Met deze club hebben we ook geregeld dat particulieren een kleine buitenbaan mogen plaatsen met lichtmasten zonder hiervoor een vergunning nodig te hebben. Zo helpen we elkaar en de paardenbranche vooruit.”