Net als menselijke atleten, kunnen ook paarden te maken krijgen met blessures. Vaak is rust daarbij de beste remedie. Tegen een mens kan je zeggen dat hij of zij verplicht rust moet nemen, maar bij een paard is boxrust vaak de enige oplossing om te voorkomen dat het paard zich (over)belast. Dat is vervelend en vraagt ook om de nodige aanpassingen in het rantsoen.
Bij een paard dat op rust gezet wordt liggen er diverse problemen op de loer, zoals het krijgen van overgewicht, verstopping of hoefbevangenheid. Doordat de paarden niet of nauwelijks beweging krijgen, hebben ze een zeer laag energieverbruik en daar moet het rantsoen op worden aangepast. Het voeren van krachtvoer moet in deze periode tot een minimum beperkt worden terwijl het geven van ruwvoer nóg belangrijker is dan onder normale omstandigheden. Een paard op rust heeft laag energetisch voer nodig en ruwvoer voorziet hierin het beste.
Daarnaast moet er worden gezorgd dat het paard voldoende vitamines en mineralen binnen krijgt. Wanneer dit niet uit het krachtvoer kan worden gehaald, is het handig dit aan te vullen met supplementen en/of granen. Daar komt bij dat geblesseerde paarden vaak een verhoogde behoefte hebben aan eiwitten, bijvoorbeeld voor het herstel van bepaalde weefsels of het immuunsysteem. Eiwitten zijn de belangrijkste bouwstoffen van het lichaam. Het eventueel ontstane eiwittekort kan onder meer worden aangevuld door het voeren van luzerne, dat hier van nature al zeer rijk aan is. Bovendien zullen de paarden hier goed op moeten kauwen, waardoor ze langer over het eten doen en dat verkleint de kans op verveling.